Overzicht

Er zijn een aantal technische details die de GM-2-5AX rijbrugfrees zeer verschillend maken van alle andere Haas 5-asssige machines die momenteel beschikbaar zijn. Deze verschillen worden in de volgende blokken uitgelegd. Blijf scrollen om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden van deze unieke 5-assige machine.

Spil
 

De GM-2-5AX beschikt over een 20.000 omw/min HSK-spil, perfect voor het bijwerken van composietstructuren, afwerken van het profileren van 3D-oppervlaktes en gaten maken.  

De hogesnelheidsspil is het best geschikt voor composieten, aluminium, plastic, Ren-Board en andere niet-ferro materialen. De snelheid van 20.000 omw/min zorgt voor een zeer hoge oppervlaktesnelheid voor uitstekende afwerkingen en kleine gereedschappen. 

Het integrale spilontwerp zorgt voor snelle acceleratiewaardes om de spilsnelheid snel omhoog en omlaag te krijgen. Raadpleeg de koppelgrafiek voor uw toepassing.

Schommelkop
 

De GM-2-5AX is een volledige 5-assige schommelkop-machine waarbij beide roterende assen op de Z-as ram zijn gemonteerd. De spil/freesgereedschapassemblage roteert terwijl het werkstuk op de machinetafel stilstaat. Hierdoor kan het freesgereedschap onder elke hoek wijzen binnen de uitslagbegrenzingen van de draai-as.

G268-kenmerkcoördinatensysteem

Het kenmerkcoördinatensysteem (G268) is een nieuwe mogelijkheid in de Haas besturing die uniek is voor deze schommelkopmachine. Per definitie staat het werkvlak loodrecht op de middenlijn van de spil. Bij alle andere Haas 5-assige freesmachines is de middenlijn van de spil evenwijdig aan de Z-as, dus ongeacht de richting van een werkstuk dat op een draaitafel staat, het werkvlak staat loodrecht op de Z-as. Dit veronderstelt dat vaste haakse koppen niet worden gebruikt… daarover later meer.

G268-kenmerkcoördinatensysteem (vervolg)

Nu de middenlijn van de spil (het freesgereedschap) in vrijwel elke hoek kan worden gekanteld, hebben we het G268-kenmerkcoördinatensysteem gemaakt om het programmeren van vlakke gereedschapspades in gekantelde werkvlakken, zoals voorgeprogrammeerde cycli, circulaire interpolatie en freescompensatie te vereenvoudigen.

Commando G268 met coördinaten X-, Y- en Z-as in het werkstuk coördinatensysteem om het nulpunt van een nieuw Kenmerk coördinatensysteem vast te stellen. De gekantelde werkvlakhoek staat loodrecht op de richting van de huidige gereedschapsas door gebruik te maken van de huidige hoeken van de gereedschapsas (B- & C-assen op de GM-2-5AX). De richting van de gereedschapsas kan ook worden gedefinieerd met behulp van optionele adrescodes I, J, K met G268. Deze alternatieve methode voor het definiëren van de hoeken maakt het gebruik van G268 kenmerk coördinatiesysteem met vaste haakse koppen op 3-assige freesmachines en 2- en 3-assige draaimachines mogelijk.

G253 spiloriëntatie normaal naar kenmerk coördinatiesysteem

G253 spiloriëntatie normaal naar kenmerk coördinatiesysteem simplificeert het programmeren van gekantelde werkvlakken bij het gebruiken van meerdere gereedschappen op hetzelfde gekantelde werkvlak.

Wanneer G268 (gekanteld werkvlak) actief is, worden de richting van de gereedschapsas en het Kenmerk coördinatiesysteem opgeslagen in de bediening. Wanneer het werk met een bepaald freesgereedschap in het gekantelde vlak is voltooid, kunt u het naar een veilige positie intrekken en een gereedschapswisseling uitvoeren. Zodra het gereedschap veranderd en verplaatst is naar een veilige locatie, beveel G253 (spiloriëntatie normaal naar kenmerk coördinatiesysteem) om de richtingsbediening terug te keren naar het gekantelde werkvlak. Het gekantelde werkvlak hoeft niet te worden geannuleerd en opnieuw te worden gedefinieerd voor het volgende gereedschap, alleen maar omdat u een gereedschapswisseling hebt uitgevoerd. 

Vector-joggen

Machines met schommelkoppen hebben een manier nodig om langs de gereedschapsasvector te tornen. Activeer de vector–jogmodus door op de lettertoetsen [V] en vervolgens [J] te drukken, gevolgd door de toets [HANDLE JOG]. Joggen kan alleen plaatsvinden door het joghandwiel te draaien. Verlaat de Vector-torn-modus door op een van de enkelvoudige5-assige rotatietafeltorn-toetsen te drukken. Machines zonder schommelkop maar met houders met een vaste haakse kop, stellen de gebruiker in staat de vaste hoek in te voeren na het binnengaan van de vector-tornmodus.

De vector–jogfunctie helpt bij het herstellen na een stroomstoring tijdens het boren van een gat onder een hoek. Nadat de stroomtoevoer is hersteld, weet de bediening dat de draaitafelassen niet nul waren, dus activeert het de HERSTEL-modus. Vector joggen wordt gebruikt om het freesgereedschap van het werkstuk te verwijderen voordat de functie inschakelen/opnieuw starten wordt uitgevoerd om de machineassen te activeren. Dit werkt zelfs voor herstellen bij het tappen als de machine in een cyclus voor tappen stond toen de stroom uitviel.

 

Het ontwerp van schommelkop-machines maakt ze zeer bruikbaar voor veel toepassingen, maar dezelfde kenmerken die ze nuttig maken maken ze ook gevoeliger voor een storing. Het feit dat de draaitafelassen freesgereedschappen onder vrijwel elke hoek kunnen richten, betekent dat de veilige uitslagbegrenzingen van deze machine dynamisch zijn en meeveranderen met de positie van de machine. Meerdere assen zijn beide betrokken bij, en beperkt door de definitie van deze begrenzingen.

De GM-2-5AX heeft permanente elementen (zie hierboven links en rechts) die mogelijk betrokken kunnen worden bij een crash zoals de machinetafel, machinekolom, spilkop, gereedschapswisselaar en machinebrug. Het heeft ook NIET-permanente elementen om te overwegen, zoals gereedschapslengte en werkstukafmetingen op de tafel.

Het doel is om de mogelijkheid van een crash tussen permanente elementen van de machine te elimineren.

 

De GM-2-5AX-software definieert deze potentiële crashzones en slaat hun posities op op basis van gegevens die zijn verzameld tijdens de sensorkalibratie en veilige zone-kalibratiecycli.

Eenmaal ingesteld, voorkomt de bediening het bewegen in de beperkte zones op basis van de huidige en komende positie-opdrachten van alle assen.

Het eenvoudigste voorbeeld wordt hieronder getoond. De Z-asverplaatsing is gemaximaliseerd, zodat bewerken met de B-as geroteerd tot 90 graden (afbeelding onder, links) zo veilig mogelijk en zo dicht mogelijk bij de machinetafel kan worden uitgevoerd. Het probleem is dat de spilneus de opdracht krijgt de tafel in te gaan als de B-as op nul graden staat (afbeelding onder, rechts). De veilige-zonefunctie begrenst de Z-asverplaatsing wanneer de B-as op nul staat en verwijdert de veilige-zonebegrenzing wanneer de B-as in een hoek van 90 graden (of minimaal 90 graden) staat.